De meeste methoden voor het opvoeden en trainen zijn gebaseerd op het aanleren van gedrag.
Gewenst gedrag wordt hierbij door de baas beloond. Gedrag wordt geconditioneerd door positieve bekrachtigingen.
Bij de Roedelmethode wordt hier anders over gedacht. Bij bovenstaande is namelijk vergeten, wat de gedragspsycholoog B.F. Skinner, de grondlegger van het conditioneringsleren, nooit vergat: ‘alleen gedrag dat al aanwezig is, kun je conditioneren’.
Bij De Roedelmethode is juist het ‘al aanwezig gedrag’ het uitgangspunt. Waar komt dat ‘al aanwezige gedrag’ vandaan? Op welke manier heeft een hond dat gedrag geleerd? Welke betekenis heeft dat voor een hond?
Hieronder kun je hier meer over lezen.
Een hond is een roedeldier, een zeer sociaal wezen dat leeft in een sociaal verband.
De genetische aanleg voor het kunnen leren van sociaal gedrag is in elke hond aanwezig. Dat een hond zich ‘honds’ kan gedragen wordt door mensen ‘instinct’ genoemd, maar het is zeker niet instinctief en als ‘vanzelf’ aanwezig. Net als bij mensen wordt dat gedrag ingeleerd door de ouders aan het kind.
Wil je de theorie van het opvoeden van honden volgens de Roedelmethode ook in de praktijk toepassen?
Meld je dan aan voor één van onze kennismakingsweekenden. In de agenda kun je vinden wanneer deze kennismakingsweekenden plaatsvinden.
Onze hond is niet alleen een erg sociaal, maar ook een heel uniek dier.
Door de domesticatie projecteert hij de manier waarop hij leert (het sociale leren) niet alleen op honden maar ook op mensen, op twee verschillende sociale werelden en op twee verschillende talen!
Met zijn eigen geurentaal, zijn lichaamstaal, lichaamshoudingen en bewegingen, zijn hondse codes en hondse omgangsvormen praat hij niet alleen met soortgenoten, maar ook met andere dieren, andere mensen en vooral… met de baas!
De spelboog
Ook bij de baas
Bekkenspel
Ook bij de baas
Omdat de hond een sociaal roedeldier is, wil hij altijd deel uitmaken van een groep, zijn roedel. Dit is in een hondenleven de belangrijkste en grootste motivatie! Om te weten of hij hier bij hoort, praat hij daarover in zijn eigen hondentaal.
Al direct na zijn geboorte is zijn neus het eerste zintuig van je hond dat prima functioneert in zijn communicatie met zijn sociale omgeving. Die geuren geven hem zijn eerste en belangrijkste informatie over die omgeving. Zijn hele hondenleven zal hij ‘zijn neus achterna blijven gaan’.
Geur zal altijd het belangrijkste blijven in hoe hij lichaamstaal spreekt en in het bepalen wat zijn positie is, in elke situatie en welke roedel dan ook.
Uiteraard zullen wij nooit kunnen waarnemen wat onze hond met zijn verfijnde reukvermogen waarneemt. Gelukkig voor ons mensen gaat geurentaal altijd samen met een lichamelijke handeling van de hond. En die lichaamstaal kunnen wij ons wél eigen maken. Die lichaamstaal kunnen we waarnemen, leren verstaan en ‘spreken’, door met ons eigen lichaam in lichaamstaal op de juiste manier te reageren...
Dominantie is niet hetzelfde als ‘de baas willen zijn’, ‘agressie’ of ‘overheersen’.
In elk sociaal wezen dat in een groep leeft is ‘dominantie’ noodzakelijk en daarom genetisch aanwezig. Juist dankzij die dominantie is communicatie met de andere leden van die groep mogelijk!
Aan elke sociale positie, de rangordepositie, die een hond in een roedel heeft, zijn bepaalde rechten en plichten verbonden. Zo heeft een moederhond de sociale positie en daarmee het recht om te corrigeren en te markeren, bij haar pups. Een recht dat de pups zelf niet hebben.
Goed opletten of haar pups zich taalvaardig, volgens de hondencultuur, sociaal honds gedragen...
en ingrijpen als dat niet het geval is!
Naar menselijke normen en waarden is een hond ongehoorzaam, als hij niet doet wat hem door de mens gezegd wordt. Maar volgens de hondse normen en waarden bestaat er geen ongehoorzaam gedrag. In de hondentaal is het ‘ongehoorzame gedrag’ de manier waarop de hond ‘praat’ en onderhandelt!
Als een hond in zijn lichaamstaal gehoorzaam gedrag laat zien, wil dat niet per se zeggen dat zijn motivatie net zo gehoorzaam is als het gedrag dat hij toont. Als we dat gehoorzame gedrag belonen, weten we totaal niet welke motivatie we op dat moment óók belonen!
Je hond schudt zich uit of rolt over de grond nadat je hem hebt geknuffeld. Doet hij dat om jouw geur kwijt te raken? Of doet hij dit juist uit pure tevredenheid?
De lichaamstaal ziet er precies hetzelfde uit, maar de motivatie voor die lichaamstaal is totaal verschillend!
Dát verschil en die overeenkomst leren zien en (h)erkennen in de lichaamstaal en motivatie van de hond, is mogelijk door de natuurlijke opvoeding van je hond met de Roedelmethode.
Met die kennis weet je precies wanneer je gedrag niet of juist wél gaat belonen en... spreek je voor je hond duidelijke taal!
Het Basisboek: Opvoeden van honden is het laatste en meest recente boek over de Roedelmethode. Het wordt door ons geadviseerd om dit boek aan te schaffen wanneer u aan de slag wilt gaan met de Roedelmethode.
Naar alle boeken